Duitse postbode infiltreert de psychiatrie als gerechtspsychiater

Gert Postel book Doktorspielewww.gert-postel.de

De Duitse postbode Gert Postel wilde na een desastreuze behandeling van zijn moeder aantonen dat de psychiatrie een zwendel is en infiltreerde met succes het gerechtspsychiatrische establishment en werd bijna benoemd tot hoogleraar gerechtspsychiatrie en directeur van een forensische kliniek met zelfverzonnen diagnoses.

Wat betekent het wanneer een postbode met zelfverzonnen diagnoses tientallen gerechtspsychiatrische rapporten kan fabriceren die op experts een authentieke indruk maken? En dat hij daarvoor bijna werd gepromoot tot directeur van een forensische kliniek in combinatie met een hoogleraarschap forensisch psychiatrie aan de Universiteit van Leipzig?

Postbode Gert Postel zelf zegt er dit over:

Postel: ‘Men kan in de psychiatrie alles, maar dan ook alles op een plausibele manier verklaren: als psychiater kun je het tegendeel, maar ook het tegendeel van het tegendeel beweren. Wie het psychiatrische vocabulaire beheerst, kan eindeloos doorgaan met het debiteren van onzin en daarmee gestudeerde lieden inpakken.’

Postel: ‘Het is een kwestie van psychiatrische spraakacrobatiek en een beetje enscenering.’ Postel : ‘Ik dacht bij mezelf: wie is hier nou eigenlijk de oplichter: zij of ik?’

Feit is dat Postel niet op grond van zijn incompetentie, maar vanwege een toevallige samenloop van omstandigheden werd ontmaskerd. Feit is ook dat Postel bij zijn sollicitatiegesprekken, maar ook tijdens refereeravonden in de kliniek rondstrooide met zelfbedachte syndromen, zonder dat dit argwaan wekte. Zo had Postel het over ‘de bipolaire stoornis van de derde graad’ en over ‘cognitief geïnduceerde distorties in de stereotypische formatie van de oordeelsvorming’. Zijn collega’s vonden het machtig interessant.

Zodra Postel als oplichter was ontmaskerd, beweerden de beleidsmedewerkers van het Saksische ministerie dat hij in de kliniek alleen maar administratief werk had verricht. Zijn directe collega’s in de kliniek haastten zich op te merken dat het hen meteen al was opgevallen dat de pseudo-dokter slechts een rudimentaire kennis van de psychiatrie bezat. De waarheid was pijnlijker. Postel had in de kliniek zo’n goede indruk op zijn superieuren gemaakt dat zij hem voor een bevordering hadden aanbevolen. Een van de dingen die de pseudo-dokter heel goed scheen te beheersen was het ten behoeve van justitie vervaardigen van rapporten over criminele patiënten. De beleidsmedewerkers van het ministerie vatten zelfs op enig moment het plan op om Postel baas van een forensische kliniek te maken en, daaraan gekoppeld, bijzonder hoogleraar in de forensische psychiatrie aan de universiteit van Leipzig.

Het volledige verhaal is beschikbaar in het volgende artikel:

(2004) Een postbode wordt gerechtspsychiater Autobiografie van een vakkundige oplichter. ‘Wie het psychiatrische vocabulaire beheerst, kan eindeloos doorgaan met het debiteren van onzin en daarmee gestudeerde lieden inpakken’ – aldus de voormalige postbode Gert Postel, die het in praktijk bracht. Bron: Skepsis.nl (PDF)


Een interview met Gert Postel

Door Harald Merckelbach

Meneer Postel, niet om te psychologiseren, maar moet men uw optreden in Zschadrass als een soort wraakoefening zien?

Postel: Er is inderdaad een oorzakelijk verband tussen de zelfmoord van mijn moeder en mijn latere carrière als psychiater. Mijn moeder leed aan endogene depressies. Een zenuwarts gaf haar weliswaar opmonterende, maar niet anti-depressieve medicijnen. Dat leidde tot haar zelfmoord. Ik had toen de behoefte om de psychiatrie belachelijk te maken. Ik wilde laten zien dat werkelijk elke postbode het met wat woordenacrobatiek in deze wetenschap ver kan schoppen. Aan de andere kant had ik de behoefte om mensen te helpen die in de handen van psychiaters vielen.

Hebben de Duitse gerechtspsychiaters zich naar aanleiding van uw geval achter de oren gekrabd?

Postel: Met een simpele imitatie van hun methoden kun je bij de Duitse rechtbanken wegkomen, maar bij de gerechtspsychiaters heeft dat niet tot bezinning geleid. Ze hadden wel de behoefte om zich van mij te distantiëren en te doen alsof ik niet werkelijk bij hen hoorde. Een hele beroepsgroep leek in haar narcisme gekrenkt. Ik denk ook dat deze groep het als een bedreiging zag van hun veronderstelde expertise, hun beroepseer, hun mooie ‘Wetenschap’ en hun almachtsfantasieën.

In uw boek benadrukt u dat voor de gerechtspsychiatrie enkel een duister vocabulaire vereist is. Gelooft u dat zoiets ook voor de psychologie geldt? Heeft u bijvoorbeeld patiënten aan tests onderworpen en daarover rapporten geschreven?

Postel: Mij interesseerde de psychologie met haar testmethoden niet zo omdat de speculatieve speling daar aanmerkelijk kleiner is dan in de psychiatrie. In de psychiatrie is een wind van woorden genoeg om indruk te maken. Ik heb tijdens nascholingscursussen over niet bestaande syndromen (‘bipolaire depressie van de derde graad zoals door Bucher beschreven’) gepraat. Uit angst een incompetente indruk te maken op anderen durfde niemand een vraag te stellen.

U bent een Schopenhauer- en Nietzschespecialist. Sommige van uw hoofdstuktitels lijken ook naar Nietzsche te verwijzen (‘Hoe ik de deelstaat Saksen voor een grote misstap behoedde’). Wat vindt u zo indrukwekkend aan deze, toch ook tamelijk duistere, filosofen?

Postel: Tegenwoordig discussiëren allerlei Duitse professoren over wilsvrijheid en ze doen alsof het werk van Schopenhauer ontoegankelijk is. Maar leest u het essay van hem over wilsvrijheid maar eens en ook het tweede deel van Welt als Wille und Vorstellung en dan begrijpt u waarom ik zo verknocht ben aan Schopenhauer. Op dit moment lees ik Das Kritikon van Gracian. De lectuur daarvan raad ik dringend aan. Het is voor mij zoiets als een staaroperatie voor een blinde.

Toen ik uw boek las, had ik soms last van een Kretenzerparadox-gevoel. De oplichter vertelt een verhaal… Kunt u me zeggen hoe ik dat gevoel kwijt kan raken?

Postel: Het spijt me verschrikkelijk als dat gevoel u bekroop. Mij ging het niet zo zeer om de waarheid maar om de schoonheid van het verhaal.

‘Zelfs een gedresseerde aap kan psychiater worden!’